Orgel

Inleiding

In het Engelse blad Musical Opinion van 1 april 1882 stond een klein berichtje: in de rooms-katholieke parochiekerk van St. Peter in Shoreham by Sea was een nieuw orgel in gebruik genomen. Het was gebouwd door Henry Jones en telde elf stemmen verdeeld over twee manualen en pedaal. Het is niet bekend op welke datum het instrument in Shoreham is ingewijd. Het moet ergens in de winter van 1881/1882 zijn geweest.

Het is dit instrument dat sinds maart 1992 zijn klanken laat horen in de Gereformeerde Kerk ‘De Burcht’ in Barneveld. Dat betekent dat het begin 2007 de ouderdom van 125-jaar bereikte, waarvan vijftien jaar in deze Nederlandse kerk.

Wie bouwde dit instrument? Wie was Henry Jones? En wat is over de geschiedenis van dit orgel te vertellen?

Folkestone

Het naamplaatje dat Henry Jones na de verhuizing van zijn werkplaats van 1853 ging gebruiken en nog op het orgel in Barneveld aanwezig is. Foto Janco Schout

Henry Jones werd op 17 april 1822 in de Zuid-Engelse badplaats Folkestone geboren als zoon van een meubelmaker. Hij had vier broers van wie er drie ook orgelbouwer werden. Alleen zijn broer William trad in de voetsporen van zijn vader en werd ook meubelmaker.

In 1835 werd Jones leerling-orgelbouwer bij Joseph Walker. In die tijd was het gebruikelijk dat gezellen ongeveer zeven jaar in opleiding waren. Waarschijnlijk was Jones ongeveer twintig jaar toen zijn opleiding klaar was.

Hoe dan ook, in 1843 begon hij een eigen werkplaats in de Londense wijk Lambeth die toentertijd niet zo best bekend stond. Het was een hoerenbuurt. De eerste jaren hield Henry Jones zich vooral bezig met reparatiewerk en uitbreidingen van andere orgels. Er was veel werk in de orgelbouw, maar ook een moordende concurrentie. Het was moeilijk om een plaatsje te verwerven tussen grote bouwers als Walker, Bevington en Gray & Davidson.

Zijn eerste nieuwe orgel bouwde Jones in 1848. Het was bestemd voor een kapel in Canterbury en telde twintig stemmen.

Tentoonstellingen

Een deel van de klaviatuur van het orgel in Wollongong. De bakstukken en de registerknoppen zien er net zo uit als bij het orgel in Barneveld. Foto: Organ Historical Trust of Australia

In 1851 vond in Londen in het befaamde Crystal Palace een grote wereldtentoonstelling plaats, die een flinke invloed op de Engelse orgelbouw zou hebben. De glazen hallen stonden vol met de nieuwste industriële uitvindingen. Daartoe werden ook de drie grote orgels gerekend, van de Duitse bouwer Schulze, de Franse Decroquet en de Engelsman Henry Willis. Vooral het Duitse orgel maakte veel indruk en diverse Engelse orgelbouwers – onder wie Jones – begonnen Duitse stemmen na te bouwen, zoals de Posaune (een fors trompetachtig register), de Gamba en de Lieblich Gedact, een register dat ook aanwezig is in het orgel van Shoreham dat nu in Barneveld staat.

In 1853 verhuisde Jones zijn werkplaats. Hij kreeg nu een eigen ‘Organ Factory’ in een gebouw met drie verdiepingen aan Fulham Road. Het naamplaatje ‘Henry Jones, 10 Pond Place’ werd toen vervangen door ‘Henry Jones, Fulham Road, London. S.W.’. Zo’n naamplaatje is nog altijd op het Barneveldse orgel te zien. In de nieuwe werkplaats bouwde hij in 1855 zijn eerste driemanuaals orgel, voor een kerk in de Londense wijk Tulse Hill.

In 1862 werd in Londen nogmaals een grote industrietentoonstelling gehouden. Jones huurde daar ook ruimte en kreeg een plaatsje in de grote hal. Hij bouwde daarvoor een klein, maar krachtig orgel waarvoor hij een onderscheiding kreeg voor ‘kracht en toon’. Hiermee was zijn reputatie als orgelbouwer gevestigd. Het leverde hem diverse opdrachten op.

Henry Jones in 1872 op een foto ter gelegenheid van zijn 50e verjaardag. Links is nog net een stuk van de zilveren schaal te zien die hij toen van zijn personeel kreeg. Foto: Chris Kearl

Jones heeft veel kleine orgels gebouwd, voor allerlei dorpskerken. In veel van die orgels kon hij maar een klein pedaal kwijt, iets wat hem zelf nogal speet. Ook was hij geen voorstander van gedeelde pijpen in het groot octaaf van zwelwerken voor zowel open als gedekte registers, maar door ruimtegebrek heeft hij die wel vaak moeten bouwen. Dat gebeurde ook op het Swell van het orgel in Shoreham/Barneveld waar het groot octaaf van de Lieblich Gedact tegelijk ook groot octaaf voor de Open Diapason is.

Een derde ’tentoonstellingsorgel’ bouwde Jones in 1869. Het kwam tijdelijk in Wolverhampton te staan, maar was niet apart voor die ‘Industrial and Fine Arts Exhibition’ gebouwd. Het orgel was een kopie van een instrument dat hij in 1862 voor een kerk in Australië had gebouwd. Omdat het schip, waarmee het werd vervoerd was vergaan, bouwde hij in 1869 een identiek orgel, dat tijdelijk op de tentoonstelling werd gezet. In 1870 werd het verscheept, maar ook dit orgel heeft de kerk waarvoor het bestemd was, niet gehaald… Maar goed, ‘drie maal is scheepsrecht’ en het derde orgel, uit 1871, staat nog steeds in een kerk in Wollongong.

Bloei

De neo-gotische ‘Old St. Peter’ in Shoreham-at-sea. Waar Henry Jones het orgel plaatste dat nu in Barneveld staat. Foto: Parish of St. Peter, Shoreham at Sea

Vanaf 1871 breekt er een echte bloeiperiode aan voor het bedrijf van Jones. Jaarlijks verlaten tientallen instrumenten het bedrijf aan Fulham Road in Londen. Daaronder zitten naast kleinere orgels ook enkele driemanuaals instrumenten. Het grootste was een orgel dat Jones in 1876 bouwde voor het Koninklijk Aquarium en Wintertuin in Westminster. Tot 1903 zou het instrument daar blijven staan.

Interessant was ook een orgel dat Jones in 1885 voor weer een expositie in Londen bouwde en dat uiteindelijk in de St. Mary’s Church in Moseley (bij Birmingham) terechtkwam. Het is in de loop van de jaren nogal verbouwd, maar wordt nu met origineel Jones-pijpwerk gerestaureerd en uitgebreid.

Het jaar 1872 was een gedenkwaardig jaar in de geschiedenis van de Londense orgelbouwers. Toen ging namelijk overal het personeel in staking. De medewerkers wilden de werkweek van 60 naar 54 uur terugbrengen, met behoud van loon. In één bedrijf werd niet gestaakt… dat van Jones. Hij behandelde zijn medewerkers erg goed. Dat bleek in hetzelfde jaar bij zijn 50e verjaardag. Zijn personeel gaf hem als dank een fraaie zilveren schaal. In de winter van 1881/1882 maakte Jones voor het eerst een werklijst. Er stonden meer dan driehonderd orgels op, waaraan hij had gewerkt. Het orgel van Shoreham kwam er nog niet op voor.

Achteruitgang

Henry Jones op latere leeftijd. Deze foto werd in 1900 geplaatst bij een In Memoriam in het blad Musical Opinion. Foto: Chris Kearl

In 1879 veranderde Jones de naam van zijn bedrijf in: ‘Henry Jones & Sons’. Zijn twee zonen Henry Spain en Walter Collard werkten nu volledig mee, maar Jones bleef alleen eigenaar tot zijn dood in 1900. Nog een aantal jaren zouden heel wat orgels het bedrijf verlaten maar vanaf ongeveer 1886 verminderde het aantal opdrachten sterk. In 1889 sloot Jones zijn bedrijf aan Fulham Road en trok zich terug. Zijn zonen stichtten een kleinere werkplaats op Park Walk. Uiteindelijk zette alleen Henry Spain het bedrijf voort.

Op 16 april 1900 overleed Henry Jones, een dag voor zijn 78e verjaardag. In zijn lange leven had hij meer dan vierhonderd orgels gebouwd.

Henry Spain bouwde weinig nieuwe orgels. Vanaf 1910 hield hij zich vrijwel alleen bezig met onderhoud en restauratie van orgels. Toen hij in 1926 overleed, namen zijn drie dochters het bedrijf over. Nieuwe orgels werden niet meer gebouwd, ze hadden alleen een paar orgelstemmers in dienst voor het onderhoud van de door Jones gebouwde orgels. Aan het bedrijf kwam een wreed einde toen in 1942 door een Duitse bom twee van de drie dochters werden gedood en het bedrijfspand tot de grond toe afbrandde. Daarbij ging ook het archief van Jones volledig verloren.

Shoreham

Links: Zo stond het orgel vroeger in Shoreham. Uit deze foto blijkt dat niet alleen de houten, maar ook de metalen frontpijpen oorspronkelijk beschilderd waren. Rechts: De voormalige St. Peter’s Church in Shoreham-by-Sea.
De oorspronkelijke dispositie van het Jonesorgel uit Shoreham, zoals vermeld in het blad Musical Opinion van 1 april 1882, pagina 256. Foto: Chris Kearl

In 1875 werd in Shoreham by Sea de rooms-katholieke St. Peter’s Church gebouwd. In de winter van 1881-1882 werd in deze kerk het orgel geplaatst dat nu in Barneveld staat. Een klein berichtje in het blad Musical Opinion maakte daar melding van. Het orgel had zoals alle andere orgels in die tijd een handbediende windvoorziening. Een elektrische ventilator is pas omstreeks 1950 aangebracht.

Rond 1964 werd het interieur van de kerk gerestaureerd. Ook het orgel kreeg toen een grote beurt door de orgelbouwfirma Morgan & Smith. Daarbij werd de Cornopean (een sterk tongwerk, vergelijkbaar met een trompet, maar dan met een wat minder scherpe klank) van het Swell vervangen door een Wald Flute. Men vond het tongwerk te sterk vond voor de betrekkelijk kleine kerk. Merkwaardig omdat het toen al tachtig jaar in het orgel had gefunctioneerd. Bovendien stond het register op het Swell en kon het volume dus afgezwakt worden.

Het Jonesorgel zoals het begin 1987 opgesteld stond in een schoollokaal in Renkum. Het orgel had nog zijn oorspronkelijke frontpijpen van de Open Diapason en vier met figuren versierde houten baspijpen. Foto: Fokke Rinke Feenstra

Bij deze restauratie kreeg het instrument ook een andere plaats, niet meer in het midden van de koorzolder, maar aan de zijkant.

In 1984 werd de kerk voor de eredienst gesloten. De kerk werd verbouwd tot appartementen en elders in Shoreham verrees een nieuwe St. Peter’s.

Het orgel werd verkocht aan de heer Taco Boersma in Renkum. Die hield zich in die jaren onder meer bezig met de aankoop van Engelse orgels die hij aan geïnteresseerde kerken in Nederland doorverkocht. In Renkum had hij een ‘showroom’ ingericht in een oude school, waarin een aantal orgels waren opgesteld. Orgelrestaurateur Fokke Rinke Feenstra uit Grootegast betrok zijn eerste orgels van Boersma en kocht in het voorjaar van 1987 het nogal verwaarloosde Jones-orgel van Boersma.

Feenstra kreeg in die tijd de beschikking over enkele registers van de bekende bouwer Hill. Een Horn van Hill werd op het Swell gezet (in de plaats van de Wald Flute waar vroeger de Cornopean stond). Op het Great kwam een Principal op de plaats van de Dulciana.

Toen de orgelcommissie van Barneveld eind 1989 in contact kwam met Feenstra, had hij dit orgel al voor een groot deel gerestaureerd en stond het speelklaar in de werkplaats opgesteld. Mede op advies van de adviseur Gerard Verloop werd de Flute 4 van het Great vervangen door een Fifteenth 2. Ook werd op een extra sleep een Sesquialtra/Cornet geplaatst. Die werd gedeeld in bas en discant, zodat het register als uitkomende stem beter is te gebruiken. De klank werd zo wat helderder en krachtiger, waardoor het orgel beter geschikt werd voor de begeleiding van de gemeentezang in Barneveld. Helaas verdween de zwelkast om het Swell.

Hoewel – zoals blijkt uit het berichtje in Musical Opinion – zeker is dat het orgel in de winter van 1881/1882 in Shoreham werd geplaatst, vermoedt orgelrestaurateur Feenstra dat het instrument ouder is en waarschijnlijk in twee gedeelten is gebouwd. Daarvoor pleit allereerst de opbouw van het orgel. Het bokwerk (het onderstel voor de windladen) van Great en Pedaal is duidelijk als één geheel gebouwd, waar dat van het Swell later tegenaan is gezet. Bovendien is de lade van het Swell enkele centimeters breder dan die van het Great.

Ook week de makelij van het pijpwerk van het Swell af van dat van het Great. Het Swell heeft pijpen van spotted metal (een legering van 50 procent tin en 50 procent lood) van normale mensuur. De Open Diapason van het Great was erg eng (zoals ook op de foto uit Renkum is te zien) en was van ‘gewoon’ orgelmetaal met een hoger loodgehalte gemaakt. Feenstra denkt dat het Great het oudste deel is – uit de jaren vijftig van de negentiende eeuw. Het zou dezelfde dispositie hebben gehad als bij plaatsing in Shoreham, waarschijnlijk aangevuld met een Principal. Later (kort voor plaatsing in Shoreham of eerder) zouden vanuit het Great de stemmen Open Diapason en Principal naar het Swell zijn overgezet, met aanvulling van nieuwe stemmen, terwijl het Great een nieuwe, krachtige maar enge Open Diapason heeft gekregen.

De oorspronkelijke dispositie van het Great was wel zoals rond 1880 gebruikelijk bij kleine orgels. Opmerkelijk is de grote manuaalomvang (tot a”’). Hoewel dat op zich op een vrij late datering wijst, zijn er ook wel oudere orgels bekend met zo’n grote omvang. Restaurateur Feenstra ontwierp een nieuwe kas met een nieuw front. Hij liet zich inspireren door fronten uit ca. 1800. De oude frontpijpen – van de Open Diapason 8 – waren erg dunwandig en zijn daarom niet opnieuw gebruikt. In verband met de te beperkte hoogte in de kerk is de langste frontpijp verkropt. Hetzelfde is daarom ook gebeurd met de langste pijpen van de Horn en met een van de pijpen van de pedaalbourdon.

In het originele front waren vier beschilderde houten pijpen van de pedaalbourdon opgenomen. Die staan ook nu weer in het front, maar wel voorzien van een nieuwe eikenhouten voorkant.

Zo zag het orgel eruit van 1992 tot voorjaar 2015.

Het orgel werd in maart 1992 in gebruik genomen.

Het instrument bleef daarna niet ongewijzigd. In 1995 werd de winddruk wat verhoogd omdat het volume van het orgel te laag was. Daarbij werden twee registers, de Sesquialtra/Cornet en de Horn iets sterker gemaakt. In 2002 en 2003 werd het complete orgel opnieuw geïntoneerd op de hogere winddruk. Daarbij werd het pijpwerk
van de Cornet en het grootste deel van de Open Diapason van het Great twee plaatsen opgeschoven. Daardoor kregen beide registers een iets minder scherpe klank.

Het orgel vanaf voorjaar 2015, in een grijze kleur, aangepast aan de rest van de kerk.

In 2015 werd de kerkzaal gerenoveerd en deels in andere kleuren geschilderd. Daarbij werden ook de kleuren van het orgel en de balustrade aangepast. Het instrument onderging toen ook een grote onderhoudsbeurt. Die was mede nodig omdat eind 2013 door een verkeerd afgestelde luchtbevochtigingsinstallatie het orgel forse waterschade had opgelopen. Bij de renovatie werd een octaafkoppel op het tweede klavier aangebracht. Daardoor zijn de speelmogelijkheden vergroot. Ten slotte kreeg het orgel in juni 2017 een tremulant.

De speeltafel die nu ook een andere, donkerder, kleur heeft dan vroeger.

Huidige dispositie

Great (hoofdwerk) C-a”’  Swell (zwelwerk) C-a”’ 
Open Diapason8 ft-Jones Double Diapason (vanaf c)16 ft-Jones
Stopt Diapason8 ft-Jones Open Diapason (vanaf c)8 ft-Jones
Principal4 ft-Hill-ca. 1875 Lieblich Gedact Bass (C-B)8 ft-Jones
Fifteenth2 ft-Feenstra-1991 Lieblich Gedact Treble (c-a3)8 ft-Jones
Sesquialtra (C-b)III rks-Feenstra-1991 Principal4 ft-Jones
Cornet (c’-a”’)III rks-Feenstra-1991 MixtureII rks-Jones
   Horn8 ft-Hill-ca. 1875
   Swell Tremulant 
     
Pedal C-e’; Lade t/m b, daarboven
transmissie naar octaaf lager
Samenstelling vulstemmen
Bourdon16 ft-Jones SesquialtraC: 1 3/5, 1 1/3, 1.
   Cornetc’: 2 2/3, 2, 1 3/5
    g”: 4, 2 2/3, 2
   MixtureC: 2, 1 1/3.
    c1: 2 2/3, 2.
Couplers    
Swell to Great    
Great to Pedal    
Swell Octave    

(rks betekent ranks, pijpenrijen. De Mixture heeft dus twee rijen pijpen, de Sesquialtra/Cornet drie rijen pijpen. Wanneer je van deze registers een toets indrukt hoor je dus twee, resp. drie pijpen).

Het Great met achter de frontpijpen van links naar rechts: open Diapason, Stopt Diapason (die bij c’ in een open fluit verandert), Principal, Fifteenth en Sesquialtra/Cornet. Foto Roel Sikkema
Het Swell, met van rechts naar links: Double Diapason, Open Diapason, Lieblich Gedact, Principal, Mixture en Horn. Let erop dat alle fluitpijpen van hout zijn. Foto: Roel Sikkema

Tekst: Roel Sikkema

Met dank aan:
Laurence Bradley uit Shoreham, voor informatie over het orgel;
Fokke Rinke Feenstra, de restaurateur van het Jones-orgel, voor informatie en een foto;
Séan Finnegán, de huidige pastoor van de parochie van St. Peter in Shoreham at Sea, voor enkele foto’s;
Chris Kearl, een Britse organist die momenteel een boek over Henry Jones voorbereidt, voor informatie over de orgelbouwer en enkele foto’s;
Janco Schout, die ook voor enkele foto’s zorgde.